donderdag 24 oktober 2019

Kort verhaal; Elfenvleugels en een Stille Boodschap



Maura liep door het bos. Overal stonden paddenstoelen in het gras en tussen de bladeren. Er groeiden er zelfs op boomstronken en op afgewaaide takken. Het was rustig in het Schotse bos. De natuur was zich op aan het maken voor de herfst. Bladeren in prachtige groen-, oranje-, rood- en bruintinten lagen verspreid  over de paden en tussen de bomen. Maura vond het heerlijk om in het bos te zijn in de highlands waar ze woonde. Ze kreeg er vaak een opgeladen gevoel van. Haar zorgen verdwenen er ook op een of andere manier. 

Opeens hoorde ze snikken. Ze keek om zich heen, maar er was niemand te zien. Maura liep een paar passen achteruit om te kijken of er iemand achter de dikke boom een grap met haar uithaalde of zo. Niets. Hmm. Zeker verbeeld, dacht ze. Maura zette haar wandeling voort en maakte foto’s van de bladeren, en ook van de paddenstoelen die in alle soorten en maten uit de grond waren geschoten. Vannacht schijnbaar, want gister stonden sommige er nog niet, dat wist ze zeker. Haar oog viel plotseling op een wel heel mooi exemplaar. Ze draafde er naar toe en wilde net een foto maken toen ze zag dat de paddenstoel bewoog. Er kwam iets onder het hoedje vandaan gekropen. Verbaasd deinsde Maura achteruit. Toen ging het ‘iets’ staan en het keek Maura met grote betraande ogen aan.

‘Jij bent een elfje…’ merkte Maura op ‘Ik heb nog nooit een elfje gezien, en toch weet ik zeker dat jij er eentje bent.’ Het elfje snifte. ‘Dat komt door de stille boodschap die wij uitstralen.’
Maura keek het elfje aan en begon te razen; ‘Stille boodschap? Wat is dat dan? Hoe heet je eigenlijk? En hoe oud ben je? Ben je wel echt? Hoe lang woon je hier al?’
‘Hooo hoo stop!’ Niet zoveel tegelijk vragen alsjeblieft. ‘Mijn naam is Ceerla Lindy. Ik ben 299 dagen oud en zo lang woon ik hier ook al. En ik ben echt.’
Maura snoof. ‘299 dagen oud. Hoe kun je nou 299 dagen oud zijn? Dan ben je toch pas een baby van een maand of 10’, rekende ze snel uit. ‘En hoe zit dat met die stille boodschap?’

Ceerla Lindy legde uit: ‘Wij Elfen zitten heel anders in elkaar dan mensen. Jullie mensen denken dat jullie alleswetend zijn, meesters van het universum of zo, en dat alles in verbinding staat met jullie als middelpunt, en met jullie als uitgangspunt. Maar dat is helemaal niet zo.' Ceerla Lindy pauzeerde even. 'Wij Elfen worden geboren als de natuur in diepe slaap is. Dat is meestal rond eind december, met Yule, dat is rond Kerstmis, als het echt koud begint te worden. Onder de grond worden we grootgebracht door moeder aarde en krijgen we wijze lessen over het leven in de natuur. We kunnen ’s nachts stiekem rondlopen, omdat de dieren hun winterslaap doen. Ook eten we stiekem van hun wintervoorraad’. Het Elfje giechelde met haar hand voor haar mond. ‘Razend zijn ze als ze wakker worden en als er een eikeltje weg is’.

‘Nogal gemeen’, merkte Maura op met een nauwelijks verholen glimlach, want ergens vond ze het Elfje toch wel schattig. ‘En wat doe je de rest van de tijd dan?’
‘Nou, de eerste volle maan die er is in de tijd dat de zon de aarde weer opwarmt, zo tussen Imbolc en Ostara mogen we naar buiten. Dan dansen we en zingen we en zorgen ervoor dat de natuur weer tot leven komt. Groene blaadjes aan de bomen, groene grassprietjes, groene…’
‘Jaja, duidelijk’, zei Maura ongeduldig, al had ze geen idee wat Imbolc en Ostara was, maar dat boeide haar niet zo. Toen viel haar in wat ze eigenlijk wilde weten van Ceerla Lindy. ‘En hoe zit het met de stille boodschap?’
‘Oh ja, de stille boodschap…’ Ceerla Lindy werd stil. ‘Nou, dat mag ik eigenlijk niet zeggen’.
Maura voelde zich een beetje raar rond haar maag hierdoor. 'Mag je niet zeggen? Waar slaat dat nou weer op? Eerst vertel je me over de stille boodschap en vervolgens verkondig je dat je er niets over mag zeggen. Nou vertel op. Ik wil het horen.’
Maura keek Ceerla Lindy uitdagend aan. ‘Kom op. Vertel.’
Ceerla Lindy durfde Maura bijna niet aan te kijken. ‘Oke, maar je mag het tegen niemand, maar dan ook niemand zeggen.’

‘Nee, ik zal mijn mond houden’, beloofde Maura en ze spuwde plechtig tussen haar wijs- en middelvinger door. Ceerla Lindy keek met een vies gezicht naar Maura. ‘Gadverdamme’, zei ze zachtjes. Maura trok haar schouders op. Op zachte toon ging het Elfje verder: ‘De stille boodschap is een boodschap die wij Elfen uitstralen. Het komt uit ons diepste zelf. Het is een soort…gekleurde energie. Deze energie zorgt ervoor dat alles gaat zoals het gaat. We roepen er de Godinnen van de windstreken mee op, en de eh…belangrijke personen van de seizoenen, zoals Koning Winter.  Iedereen in de natuur kan onze boodschap horen, voelen of zien, ook de bomen en het gras. En iedereen geeft het aan elkaar door. Totdat de boodschap aankomt bij degene voor wie die is. En dan komt alles in orde.’ Vrolijk keek Ceerla Lindy naar Maura. ‘Maar de mensen voelen, horen of zien de boodschap niet. Zij zien alleen het resultaat. Voor hen is de boodschap zelf geheim. Behalve voor jou dus, want jij kunt mij zien, terwijl andere mensen dat niet kunnen’.

‘Hoe kan dat dan? ‘
‘Ik zou het echt niet weten. Jouw kleur is ook anders dan andere mensen. Andere mensen hebben vaak zwarte wolken energie om zich heen, of donkerrood of donkergeel op plaatsen in hun lichaam waar dat raar is. Maar jij, jij bent helemaal prachtig blauw tot donkerblauw. Hier en daar zo blauw als de lucht op een stralende dag, en daar en hier zo blauw als een hele mooie midzomernacht’. Ceerla Lindy keek dromerig naar Maura. ‘Jij bent anders.’
Maura zweeg. Dat was niets nieuws. Ze wist heel goed dat ze anders was dan anderen. Andere mensen van haar leeftijd zaten heel veel op hun telefoon, of speelden spelletjes op een computer, of keken urenlang tv. Netbliks of zo iets. Ze keken wel tien keer per dag in de spiegel, moesten elke maand nieuwe kleding en troep kopen voor op hun gezicht. Maura had hier allemaal geen interesse in. Ze wandelde liever in de natuur, keek hoe alles groeide en bloeide, verzamelde stenen en mooie bladeren, kon wegdromen op een grote steen op een lentedag in het zonnetje, genieten van de vogels die kwetterden. Dat was háár leven.

‘Ik kan horen wat hij nu allemaal denkt’, zei Ceerla Lindy. ‘Jij bent verbonden met de natuur. Je houdt ervan. Je krijgt er energie van en je maakt daarmee meteen de wolken energie om je heen schoon. Daarom kun jij me ook zien.’
‘Okeeej…. Kon ik jou daarom ook horen huilen dan?’ Ceerla Lindy werd rood. Ze keek Maura verbaasd aan. ‘Kon je dat horen dan?’
‘Ja, ik liep daar’, en ze wees met een priemende vinger naar de plek, ‘en toen hoorde ik snikken, maar ik zag niks, maar dat kwam natuurlijk omdat jij onder die paddenstoel in zat. Waarom huilde je?’
Ceerla Lindy zuchtte diep. ‘Ik ben mijn vleugels verloren, en ik kan geen nieuwe vinden. De mensen hebben de Esdoorns gekapt omdat ze er muziek instrumenten van willen maken. Dus hier in het bos is niets te vinden. En weet je wel wat mensen doen met bladeren die op straat of in hun tuin liggen? Ze ruimen ze op!’ Vol afgrijzen keek Ceerla Lindy naar Maura. ‘Hoe kunnen ze dat nou doen? Bladeren horen er te zijn in de herfst. Anders kunnen de mensenkinderen toch niet buitenspelen, de muizen kunnen zich niet verstoppen, de kevers kunnen geen warme nestjes maken, en ga zo maar door. Ze moeten blijven liggen, die bladeren, niet opgeruimd of opgeraapt. Ik snap niks van de mensen. Overal ligt mensentroep, maar de bladeren moeten worden opgeruimd.’

Maura wist dat mensen niet zo gek waren op muizen en kevers en dat bladeren gevaarlijk waren op de weg als het begon te regenen. Maar ze snapte niks van wat Ceerla Lindy allemaal zei over de Esdoorns. ‘Hoo, even terug naar je verhaal. Je bent je vleugels verloren en je kunt geen nieuwe vinden? Wat hebben de Esdoorns daarmee te maken?’
Ceerla Lindy liet zich verongelukt in elkaar zakken. Maura ging er ook maar bij zitten. Uren gingen er voorbij terwijl ze kletsten en praatten. Ze lachten en hadden plezier. Toen was het voor Maura tijd om naar huis te gaan. 

Onderweg vatte ze voor zichzelf nog eens alles samen. 
Elk najaar, rond Mabon zo eind september, had Ceerla Lindy verteld, verloren de Elfen dus hun vleugels. Die raakten los, vielen af en waren dan meteen verdwenen. De taak van de Elfen was om twee paar nieuwe vleugels te zoeken. 
Dat moest echter vóór Samhain, op 31 oktober. Die vleugels namen ze mee de grond in samen met een paddenstoel die aan het vergaan was, zodat ze wisten waar ze de vleugels hadden verstopt. De Elfen gingen dan weg, op bezoek bij hun voorvaders die dwaalden op de hei. 
Met Yule moesten de Elfen terug zijn om alles in gereedheid te brengen voor de Elfjes die geboren zouden worden. Niet alle Elfen kwamen terug. Sommige kozen ervoor om op de hei te blijven. 
Als de Elfen die wel terugkwamen in de lente, tussen Imbolc en Ostara, weer naar buiten gingen haalden ze de vleugels op. Een paar voor zichzelf en een paar voor een nieuw geboren Elfje. Daarmee konden de Elfen vliegen en de Boodschap verspreiden. 

De Esdoorns verloren in het najaar prachtige vrucht-blaadjes, door mensen ook wel helikoptertjes genoemd, en die waren perfect als vleugeltjes voor de Elfen. Maar nu de Esdoorns in het bos waren gekapt en de mensen thuis ook alle bladeren opruimden, waren er geen Elfenvleugeltjes meer voor Ceerla Lindy en ook niet voor alle andere Elfen.
Maura dacht na. Hmmm…ze had een plannetje. Maar eerst naar huis.

De dag erna stond Maura een beetje zenuwachtig voor de klas. Ze had ’s nachts haar plannetje verder uitgewerkt en ze hoopte dat het ging lukken. De klas had haar de hele tijd een beetje lacherig aangekeken, totdat ze kwam op het punt dat de natuur dood ging als de Elfen geen vleugels meer konden vinden. Het was haar gelukt om verder niets te zeggen over de boodschap.  
‘Dus’, besloot ze haar betoog, ‘wilde ik jullie vragen om de blaadjes van de Esdoorns in de buurt te verzamelen en naar het bos te brengen, voordat ze bij elkaar worden geveegd. Jullie hoeven ze alleen maar bij wat paddenstoelen neer te leggen. Voor de rest gaat het vanzelf.’

De leraar begon te klappen. ‘Dat was een geweldige spontane spreekbeurt over de natuur, Maura. Ik stel voor dat we allemaal zachtjes opstaan om de andere klassen niet te storen, onze jassen te pakken en naar buiten te gaan. Er staan een paar Esdoorns hier op het schoolplein. Kom, dan gaan we Elfenvleugels zoeken’.  Eenmaal buiten was werkelijk iedereen enthousiast aan het zoeken. De ene mooie Elfenvleugel na de andere werd voorzichtig in een bakje gelegd dat op een bankje stond. Een paar meisjes kregen creatieve ideeën en ze besloten de Elfenvleugels eerst thuis te beschilderen. ‘Maar dan moeten jullie ze straks wel zelf naar het bos brengen’, zei de leraar toen hij met de klas naar het bos liep.

Maura liep trots voorop. Ze was zo blij dat ze iets goeds kon doen voor de natuur. En ze voelde zich helemaal warm worden, omdat de anderen ook zo enthousiast waren. Een meisje stak haar arm door de hare. Maura keek het meisje aan en ze glimlachten naar elkaar. De jongens rolden door de bladeren van het lachen na een stoeipartijtje en de meiden raapten grote bladeren op. ‘Hier kunnen we misschien slingers van maken voor in de klas, meneer’. Maura glunderde. Haar plannetje was dubbel en dwars gelukt. Ze kwamen bij de plek waar de paddenstoel van Ceerla Lindy stond. Maura bukte zich en legde twee setjes Elfenvleugels bij de paddenstoel. Maura zag het gezichtje van de Elf tevoorschijn komen, en ze kreeg een glimlach van oor tot oor en een vette knipoog kado.

Einde.

Vivian Dassen - Sheavida

Uitleg jaarfeesten september-april:


Mabon: dan vieren we de komst van de herfst. Dag en nacht zijn even lang.  Een dankfeest voor de oogst die ons de winter door helpt. Dit feest valt meestal op 21 september, maar bij sommige stromingen kan dat een paar dagen eerder of later zijn. 

Samhain: dit is het oud en nieuw-feest bij veel natuur religiën. De sluier tussen wat we hemel noemen en de aarde is dun. Er is goed contact mogelijk met overledenen en daarmee ook met onze voorvaderen. In het Schots-gaelic heet november Samhain. Dit feest vieren we meestal in de nacht van 31 oktober en 1 november.

Yule: dit is de langste nacht en de kortste dag van het jaar. Vanaf nu zal het elke dag weer wat langer licht blijven. Het wordt ook wel midwinter genoemd. We vieren de terugkomst van het licht, vooral met kaarsjes en yule-houtblokken die worden aangestoken. Dit feest valt op 21 december. 

Imbolc: enkele tekens van leven zijn al zichtbaar in de natuur. De zon laat zich weer wat vaker zien. De natuur komt langzaam uit de winterslaap. Vruchtbaarheid wordt gevierd. Dit feest wordt meestal gevierd op 2 februari. 

Ostara: we vieren de komst van de lente. Dag en nacht zijn weer even lang. We vieren dat het licht heeft gewonnen van de duisternis. Er is duidelijke groei in de natuur zichtbaar. Dit feest wordt meestal gevierd op 21 maart, maar het kan ook een paar dagen eerder of later. 

De andere feesten... hebben jullie van me tegoed in een ander verhaal.  

Geschreven door: Vivian Dassen-Sheavida
Foto's: Sheavida, Schotland 2015 en 2017

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.

Other Stardust you might like

Elfje #79 Vuur ... en meer!

Elfje #79 Vuur🔥 Geeft warmte Maar ook gevaar Creatie en innerlijke transformatie Element 🔥🔥🔥🔥🔥🔥🔥 Vuur is één van de elem...