Maura
liep door het bos. Overal stonden paddenstoelen in het gras en tussen de
bladeren. Er groeiden er zelfs op boomstronken en op afgewaaide takken. Het was
rustig in het Schotse bos. De natuur was zich op aan het maken voor de herfst.
Bladeren in prachtige groen-, oranje-, rood- en bruintinten lagen
verspreid over de paden en tussen de bomen. Maura vond het heerlijk om in
het bos te zijn in de highlands waar ze woonde. Ze kreeg er vaak een opgeladen
gevoel van. Haar zorgen verdwenen er ook op een of andere manier.
Opeens
hoorde ze snikken. Ze keek om zich heen, maar er was niemand te zien. Maura
liep een paar passen achteruit om te kijken of er iemand achter de dikke boom
een grap met haar uithaalde of zo. Niets. Hmm. Zeker verbeeld, dacht ze. Maura
zette haar wandeling voort en maakte foto’s van de bladeren, en ook van de
paddenstoelen die in alle soorten en maten uit de grond waren geschoten.
Vannacht schijnbaar, want gister stonden sommige er nog niet, dat wist ze
zeker. Haar oog viel plotseling op een wel heel mooi exemplaar. Ze draafde er
naar toe en wilde net een foto maken toen ze zag dat de paddenstoel bewoog. Er
kwam iets onder het hoedje vandaan gekropen. Verbaasd deinsde Maura achteruit.
Toen ging het ‘iets’ staan en het keek Maura met grote betraande ogen aan.
‘Jij
bent een elfje…’ merkte Maura op ‘Ik heb nog nooit een elfje gezien, en toch
weet ik zeker dat jij er eentje bent.’ Het elfje snifte. ‘Dat komt door de
stille boodschap die wij uitstralen.’
Maura
keek het elfje aan en begon te razen; ‘Stille boodschap? Wat is dat dan? Hoe
heet je eigenlijk? En hoe oud ben je? Ben je wel echt? Hoe lang woon je hier
al?’
‘Hooo
hoo stop!’ Niet zoveel tegelijk vragen alsjeblieft. ‘Mijn naam is Ceerla Lindy.
Ik ben 299 dagen oud en zo lang woon ik hier ook al. En ik ben echt.’
Maura
snoof. ‘299 dagen oud. Hoe kun je nou 299 dagen oud zijn? Dan ben je toch pas
een baby van een maand of 10’, rekende ze snel uit. ‘En hoe zit dat met die
stille boodschap?’
Ceerla
Lindy legde uit: ‘Wij Elfen zitten heel anders in elkaar dan mensen. Jullie
mensen denken dat jullie alleswetend zijn, meesters van het universum of zo, en
dat alles in verbinding staat met jullie als middelpunt, en met jullie als
uitgangspunt. Maar dat is helemaal niet zo.' Ceerla Lindy pauzeerde even. 'Wij Elfen
worden geboren als de natuur in diepe slaap is. Dat is meestal rond eind
december, met Yule, dat is rond Kerstmis, als het echt koud begint te worden.
Onder de grond worden we grootgebracht door moeder aarde en krijgen we wijze
lessen over het leven in de natuur. We kunnen ’s nachts stiekem rondlopen,
omdat de dieren hun winterslaap doen. Ook eten we stiekem van hun
wintervoorraad’. Het Elfje giechelde met haar hand voor haar mond. ‘Razend zijn
ze als ze wakker worden en als er een eikeltje weg is’.
‘Nogal
gemeen’, merkte Maura op met een nauwelijks verholen glimlach, want ergens vond
ze het Elfje toch wel schattig. ‘En wat doe je de rest van de tijd dan?’
‘Nou,
de eerste volle maan die er is in de tijd dat de zon de aarde weer opwarmt, zo
tussen Imbolc en Ostara mogen we naar buiten. Dan dansen we en zingen we en
zorgen ervoor dat de natuur weer tot leven komt. Groene blaadjes aan de bomen,
groene grassprietjes, groene…’
‘Jaja,
duidelijk’, zei Maura ongeduldig, al had ze geen idee wat Imbolc en Ostara was,
maar dat boeide haar niet zo. Toen viel haar in wat ze eigenlijk wilde weten
van Ceerla Lindy. ‘En hoe zit het met de stille boodschap?’
‘Oh
ja, de stille boodschap…’ Ceerla Lindy werd stil. ‘Nou, dat mag ik eigenlijk
niet zeggen’.
Maura
voelde zich een beetje raar rond haar maag hierdoor. 'Mag je niet zeggen? Waar
slaat dat nou weer op? Eerst vertel je me over de stille boodschap en
vervolgens verkondig je dat je er niets over mag zeggen. Nou vertel op. Ik wil
het horen.’
Maura
keek Ceerla Lindy uitdagend aan. ‘Kom op. Vertel.’
Ceerla
Lindy durfde Maura bijna niet aan te kijken. ‘Oke, maar je mag het tegen
niemand, maar dan ook niemand zeggen.’
‘Nee,
ik zal mijn mond houden’, beloofde Maura en ze spuwde plechtig tussen haar
wijs- en middelvinger door. Ceerla
Lindy keek met een vies gezicht naar Maura. ‘Gadverdamme’, zei ze zachtjes.
Maura trok haar schouders op. Op zachte toon ging het Elfje verder: ‘De stille
boodschap is een boodschap die wij Elfen uitstralen. Het komt uit ons diepste
zelf. Het is een soort…gekleurde energie. Deze energie zorgt ervoor dat alles
gaat zoals het gaat. We roepen er de Godinnen van de windstreken mee op, en de
eh…belangrijke personen van de seizoenen, zoals Koning
Winter. Iedereen in de natuur kan onze boodschap horen, voelen of
zien, ook de bomen en het gras. En iedereen geeft het aan elkaar door. Totdat
de boodschap aankomt bij degene voor wie die is. En dan komt alles in orde.’
Vrolijk keek Ceerla Lindy naar Maura. ‘Maar de mensen voelen, horen of zien de
boodschap niet. Zij zien alleen het resultaat. Voor hen is de boodschap zelf
geheim. Behalve voor jou dus, want jij kunt mij zien, terwijl andere mensen dat
niet kunnen’.
‘Hoe
kan dat dan? ‘
‘Ik
zou het echt niet weten. Jouw kleur is ook anders dan andere mensen. Andere
mensen hebben vaak zwarte wolken energie om zich heen, of donkerrood of donkergeel
op plaatsen in hun lichaam waar dat raar is. Maar jij, jij bent helemaal
prachtig blauw tot donkerblauw. Hier en daar zo blauw als de lucht op een
stralende dag, en daar en hier zo blauw als een hele mooie midzomernacht’.
Ceerla Lindy keek dromerig naar Maura. ‘Jij bent anders.’
Maura
zweeg. Dat was niets nieuws. Ze wist heel goed dat ze anders was dan anderen.
Andere mensen van haar leeftijd zaten heel veel op hun telefoon, of speelden
spelletjes op een computer, of keken urenlang tv. Netbliks of zo iets. Ze keken
wel tien keer per dag in de spiegel, moesten elke maand nieuwe kleding en troep
kopen voor op hun gezicht. Maura had hier allemaal geen interesse in. Ze
wandelde liever in de natuur, keek hoe alles groeide en bloeide, verzamelde
stenen en mooie bladeren, kon wegdromen op een grote steen op een lentedag in
het zonnetje, genieten van de vogels die kwetterden. Dat was háár leven.
‘Ik
kan horen wat hij nu allemaal denkt’, zei Ceerla Lindy. ‘Jij bent verbonden met
de natuur. Je houdt ervan. Je krijgt er energie van en je maakt daarmee meteen
de wolken energie om je heen schoon. Daarom kun jij me ook zien.’
‘Okeeej….
Kon ik jou daarom ook horen huilen dan?’ Ceerla Lindy werd rood. Ze keek Maura
verbaasd aan. ‘Kon je dat horen dan?’
‘Ja,
ik liep daar’, en ze wees met een priemende vinger naar de plek, ‘en toen
hoorde ik snikken, maar ik zag niks, maar dat kwam natuurlijk omdat jij onder
die paddenstoel in zat. Waarom huilde je?’
Ceerla
Lindy zuchtte diep. ‘Ik ben mijn vleugels verloren, en ik kan geen nieuwe
vinden. De mensen hebben de Esdoorns gekapt omdat ze er muziek instrumenten van
willen maken. Dus hier in het bos is niets te vinden. En weet je wel wat mensen
doen met bladeren die op straat of in hun tuin liggen? Ze ruimen ze op!’ Vol
afgrijzen keek Ceerla Lindy naar Maura. ‘Hoe kunnen ze dat nou doen? Bladeren
horen er te zijn in de herfst. Anders kunnen de mensenkinderen toch niet
buitenspelen, de muizen kunnen zich niet verstoppen, de kevers kunnen geen
warme nestjes maken, en ga zo maar door. Ze moeten blijven liggen, die
bladeren, niet opgeruimd of opgeraapt. Ik snap niks van de mensen. Overal ligt mensentroep, maar de bladeren moeten worden opgeruimd.’
Maura wist dat mensen niet zo gek waren op muizen en kevers en dat bladeren gevaarlijk waren op de weg als het begon te regenen. Maar ze snapte niks van wat Ceerla Lindy allemaal zei over de Esdoorns. ‘Hoo, even terug naar je verhaal. Je bent je vleugels
verloren en je kunt geen nieuwe vinden? Wat hebben de Esdoorns daarmee te
maken?’
Ceerla
Lindy liet zich verongelukt in elkaar zakken. Maura ging er ook maar bij
zitten. Uren gingen er voorbij terwijl ze kletsten en praatten. Ze lachten en
hadden plezier. Toen was het voor Maura tijd om naar huis te gaan.
Onderweg
vatte ze voor zichzelf nog eens alles samen.
Elk najaar, rond Mabon zo eind
september, had Ceerla Lindy verteld, verloren de Elfen dus hun vleugels. Die
raakten los, vielen af en waren dan meteen verdwenen. De taak van de Elfen was
om twee paar nieuwe vleugels te zoeken.
Dat moest echter vóór Samhain, op 31
oktober. Die vleugels namen ze mee de grond in samen met een paddenstoel die
aan het vergaan was, zodat ze wisten waar ze de vleugels hadden verstopt. De
Elfen gingen dan weg, op bezoek bij hun voorvaders die dwaalden op de hei.
Met
Yule moesten de Elfen terug zijn om alles in gereedheid te brengen voor de
Elfjes die geboren zouden worden. Niet alle Elfen kwamen terug. Sommige kozen
ervoor om op de hei te blijven.
Als de Elfen die wel terugkwamen in de lente,
tussen Imbolc en Ostara, weer naar buiten gingen haalden ze de vleugels op. Een
paar voor zichzelf en een paar voor een nieuw geboren Elfje. Daarmee konden de
Elfen vliegen en de Boodschap verspreiden.
De Esdoorns verloren in het najaar
prachtige vrucht-blaadjes, door mensen ook wel helikoptertjes genoemd, en die
waren perfect als vleugeltjes voor de Elfen. Maar nu de Esdoorns in het bos
waren gekapt en de mensen thuis ook alle bladeren opruimden, waren er geen
Elfenvleugeltjes meer voor Ceerla Lindy en ook niet voor alle andere Elfen.
Maura
dacht na. Hmmm…ze had een plannetje. Maar eerst naar huis.
De
dag erna stond Maura een beetje zenuwachtig voor de klas. Ze had ’s nachts haar
plannetje verder uitgewerkt en ze hoopte dat het ging lukken. De klas had haar
de hele tijd een beetje lacherig aangekeken, totdat ze kwam op het punt dat de
natuur dood ging als de Elfen geen vleugels meer konden vinden. Het was haar gelukt om verder niets te zeggen over de boodschap.
‘Dus’,
besloot ze haar betoog, ‘wilde ik jullie vragen om de blaadjes van de Esdoorns
in de buurt te verzamelen en naar het bos te brengen, voordat ze bij elkaar
worden geveegd. Jullie hoeven ze alleen maar bij wat paddenstoelen neer te
leggen. Voor de rest gaat het vanzelf.’
De
leraar begon te klappen. ‘Dat was een geweldige spontane spreekbeurt over de
natuur, Maura. Ik stel voor dat we allemaal zachtjes opstaan om de andere
klassen niet te storen, onze jassen te pakken en naar buiten te gaan. Er staan
een paar Esdoorns hier op het schoolplein. Kom, dan gaan we Elfenvleugels
zoeken’. Eenmaal buiten was werkelijk iedereen enthousiast aan het
zoeken. De ene mooie Elfenvleugel na de andere werd voorzichtig in een bakje
gelegd dat op een bankje stond. Een paar meisjes kregen creatieve ideeën en ze
besloten de Elfenvleugels eerst thuis te beschilderen. ‘Maar dan moeten jullie
ze straks wel zelf naar het bos brengen’, zei de leraar toen hij met de klas
naar het bos liep.
Maura
liep trots voorop. Ze was zo blij dat ze iets goeds kon doen voor de natuur. En
ze voelde zich helemaal warm worden, omdat de anderen ook zo enthousiast waren.
Een meisje stak haar arm door de hare. Maura keek het meisje aan en ze
glimlachten naar elkaar. De jongens rolden door de bladeren van het lachen na
een stoeipartijtje en de meiden raapten grote bladeren op. ‘Hier kunnen we
misschien slingers van maken voor in de klas, meneer’. Maura glunderde. Haar
plannetje was dubbel en dwars gelukt. Ze kwamen bij de plek waar de paddenstoel
van Ceerla Lindy stond. Maura bukte zich en legde twee setjes Elfenvleugels bij
de paddenstoel. Maura zag het gezichtje van de Elf tevoorschijn komen, en ze kreeg
een glimlach van oor tot oor en een vette knipoog kado.
Einde.
Vivian
Dassen - Sheavida
Uitleg
jaarfeesten september-april:
Mabon:
dan vieren we de komst van de herfst. Dag en nacht zijn even lang. Een
dankfeest voor de oogst die ons de winter door helpt. Dit feest valt meestal op
21 september, maar bij sommige stromingen kan dat een paar dagen eerder of
later zijn.
Samhain:
dit is het oud en nieuw-feest bij veel natuur religiën. De sluier tussen wat we
hemel noemen en de aarde is dun. Er is goed contact mogelijk met overledenen en
daarmee ook met onze voorvaderen. In het Schots-gaelic heet november Samhain.
Dit feest vieren we meestal in de nacht van 31 oktober en 1 november.
Yule:
dit is de langste nacht en de kortste dag van het jaar. Vanaf nu zal het elke
dag weer wat langer licht blijven. Het wordt ook wel midwinter genoemd. We
vieren de terugkomst van het licht, vooral met kaarsjes en yule-houtblokken die
worden aangestoken. Dit feest valt op 21 december.
Imbolc:
enkele tekens van leven zijn al zichtbaar in de natuur. De zon laat zich weer
wat vaker zien. De natuur komt langzaam uit de winterslaap. Vruchtbaarheid wordt
gevierd. Dit feest wordt meestal gevierd op 2 februari.
Ostara:
we vieren de komst van de lente. Dag en nacht zijn weer even lang. We vieren
dat het licht heeft gewonnen van de duisternis. Er is duidelijke groei in de
natuur zichtbaar. Dit feest wordt meestal gevierd op 21 maart, maar het kan ook
een paar dagen eerder of later.
De
andere feesten... hebben jullie van me tegoed in een ander verhaal.
Geschreven
door: Vivian Dassen-Sheavida
Foto's: Sheavida, Schotland 2015 en 2017